MIJN ZUS ZAHRA OF HOE IK MIJN VADER WILDE VERANDEREN IN 52’
FILM EN EDUCATIE… ... in het vertoningscircuit van Lessen in het Donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, een workshop verzorgd door Jekino, een film in de klas... Film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen en wij zorgen graag voor een goede programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kant en klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap wordt aandacht besteed aan een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en leggen we de focus op één filmterm. We stimuleren jullie graag om de film met een frisse blik te bekijken.
INHOUDSTAFEL Filmfiche
3
Korte inhoud
3
Technische kaart
3
Filmprijzen
3
In de pers
4
Vóór je naar de film vertrekt…
4
Regie & productie Reacties verzamelen bij de leerlingen Thematiek: holebi met allochtone achtergrond
5 8 9
Zahra en haar familie
10
Andere holebi’s en hun coming-out
13
Holebi en islam
15
Scholierenenquête: Hoe staan Vlaamse jongeren tegenover holebi’s?
www.lesseninhetdonker.be | www.opendoek.be | www.jekino.be
Focus op documentaire Soundtrack Bibliografie Lesbrief voor de leerlingen
21
25 32 34 37
Doelgroep MIJN ZUS ZAHRA: iedereen vanaf 13 jaar Feedback! We horen graag je reactie op de film, de bespreking en lesmap. Ga je de film bekijken tijdens Filmfestival Open Doek, dan kan je je mening kwijt op het kaartje dat je krijgt na de voorstelling. Alvast bedankt!
1
Kopieer de filmfiche op de volgende pagina voor je leerlingen. Zo zijn ze meteen goed voorbereid op de voorstelling. Ook voor je collega’s die de leerlingen vergezellen, kan het een handige leidraad zijn!
2
Filmfiche KORTE INHOUD Zahra Choua woont bij haar ouders in het Limburgse Bree. Haar vader is van Marokkaanse, haar moeder van Vlaamse origine. Op haar vijftiende wordt Zahra verliefd op een meisje uit haar klas. Zahra is helemaal in de wolken, maar haar ouders zijn er niet erg gelukkig mee dat hun dochter op meisjes valt. Ze denken Zahra nog van gedachten te doen veranderen en schakelen daarvoor Saddie in, hun oudste dochter. Maar Saddie respecteert de homoseksuele gevoelens van haar zusje en probeert te bemiddelen tussen haar ouders en Zahra. Wanneer de ergste storm geluwd is, maakt Saddie een documentaire over de pijnlijke toestand bij haar thuis. Technische kaart België / 2006 / 52’ / Nederlands gesproken (stukjes in het Frans zijn Nederlands ondertiteld) Regie en montage: Saddie Choua Camera: Koen Martens Geluid: Roeland Schampaert en Nic Verhelst Soundtrack: Antony & the Johnsons – ‘You are my sister’, bewerkt door Bart Maris
In de pers “Met grote soberheid toont Saddie Choua de complexiteit van de situatie. Geen verwijten, geen ideologische discussies, geen naïeve antwoorden.” (Erwin Jans in Eutopia) “MIJN ZUS ZAHRA is soms hard en soms ontroerend. De film toont bovenal een mooi portret van mensen die antwoorden zoeken op moeilijke vragen.” (beoordeling van ‘Wel jong niet hetero’) Vóór je naar de film vertrekt… Als je anders bent dan de meesten, moet je altijd vechten om te mogen zijn wie je écht bent. Zo ook voor wie een andere seksuele voorkeur heeft. De naam die men bedacht heeft voor mensen die verliefd worden op iemand van hetzelfde geslacht, is ‘holebi’: een afkorting van homo, lesbisch en biseksueel. Sinds enkele jaren kunnen holebikoppels in België huwen en hebben ze dezelfde rechten als heterokoppels. Toch beschouwen sommigen homoseksualiteit als een vreemde afwijking. Zo krijgt ook Zahra problemen thuis. Zij wil zo graag dat haar ouders trots zijn op haar, maar die vinden dat hun dochter een foute ‘keuze’ heeft gemaakt. Haar vader zegt: “Ze moet het zelf weten. Het is haar leven. Maar ik zal daar nooit gelukkig mee zijn.” Volgens hem moet iedereen normaal zijn en normaal leven… Maar wat is dat dan, normaal zijn?
Deze documentaire kwam tot stand met de steun van VAF, Holebifederatie, Vrouwenraad en Gelijke Kansen Vlaanderen.
Filmprijzen • • • •
3
Jaarlijkse homofilieprijs van de Holebifederatie, 2006 Speciale vermelding documentairefestival Filmer à tout prix, 2006 Holebi-FoKUS-Prijs, 2007 COC Bob Angelo-oorkonde, 2007
4
Regie & productie Bij dit artikel (dat je kan vinden op www.zizo-magazine.be staan enkele mooie foto’s van de cineaste. Ik weet niet of ze bruikbaar zijn. MarcAntoon De Schryver, ‘1001 Roze nachten. Saddie Choua over allochtone holebi’s.’ ZiZo magazine voor holebi’s, mei/juni 2006. Cineaste Saddie Choua Saddie Choua is de oudste thuis. Ze groeide op in het Limburgse Bree, bij haar moeder van Vlaamse en haar vader van Marokkaanse afkomst. Voor haar studies sociologie trok ze naar Brussel, waar ze op kot ging. In een bepaalde periode kreeg ze vaak telefoon van haar ouders: er was iets aan de hand met haar zusje Zahra. Die dacht dat ze lesbisch was. Grote zus Saddie zou die ‘bevlieging’ wel uit haar hoofd kunnen praten. Saddie was dat helemaal niet van plan en zou later een film over haar zus en diens geaardheid maken: MIJN ZUS ZAHRA. Voor deze film deed zij zelf de research, alle interviews en de montage. Haar debuutfilm werd in het bijzonder opgemerkt door vele holebi-verenigingen, maar werd ook buiten dat milieu geprezen.
Saddie zelf over haar filmproject: “Het is een heel herkenbaar, heel echt verhaal, je zit met onze familie aan de keukentafel. Ik hoop dat het andere ouders doet stilstaan bij de hardheid waarmee ze kunnen reageren.” Saddie Choua plaatste ook al andere verborgen werelden voor haar camera. Vóór MIJN ZUS ZAHRA maakte ze o.a. de film EN DAT IS ALLES, over Brusselse kinderen die vertellen over hun haat-liefdeverhouding met de hoofdstad. Nadat de productie van MIJN ZUS ZAHRA was afgerond, liet Saddie in haar documentaire DE STRIJDLUSTIGE WEDUWEN drie Italiaanse weduwen aan het woord, die 50 jaar geleden hun man verloren in de mijn van Marcinelle. In verschillende contexten engageert de cineaste zich om minderheidsgroepen zichtbaarder te maken. Ze is bijvoorbeeld meter van het project ‘Roots met taboe’, waarin de fotograaf Janké portretten maakte van allochtone holebi’s. De tentoonstelling was al te zien op verschillende plekken in Antwerpen. Daarnaast is Saddie Choua schrijfster. In 2005 kreeg ze de eerste prijs in de literatuurwedstrijd Kleur de kunst! van de organisatie Kif Kif. Een kortverhaal van haar hand, getiteld ‘Les chips au paprika’ verscheen in het boek ‘Kif kif: nieuwe stemmen uit Vlaanderen’. De confrontatie
5
Toen Saddie startte met de opnames voor MIJN ZUS ZAHRA, wisten haar ouders niet precies waarover haar film zou gaan. Saddie had alleen gezegd dat het iets met haar zus Zahra te maken had. Omdat het thema tot dan toe zo onbespreekbaar was thuis, had ze niet om de medewerking van haar ouders durven vragen. Maar op een dag, toen Saddie met haar cameraman een interview met Zahra kwam opnemen in Bree, vroegen haar ouders zich luidop af wanneer Saddie een interview met hen wilde doen. Want ze moesten nog naar de winkel. Die
6
kans heeft Saddie gegrepen. Toen haar ouders vragen kregen over hun dochter die op meisjes viel, schrokken ze even. Maar het kwam tot een expliciet gesprek, een beetje in een gespannen sfeer.
Reacties verzamelen bij de leerlingen De eerste reacties • Vind je dit een goede film? • Ben je geïnteresseerd in deze problematiek of staat het allemaal ver van jouw bed? • Zijn er bepaalde getuigenissen die je geschokt hebben? • Werden er in de documentaire dingen verteld die totaal nieuw waren voor jou? • Had je al eerder stilgestaan bij het feit dat er ook holebi’s zijn van allochtone afkomst?
Saddie Choua: “De film draagt niet voor niets de titel MIJN ZUS ZAHRA. Of hoe ik mijn vader wilde veranderen in 52’. Het is een soort zelfkritiek. Ik wil dat mijn vader verandert, mijn vader wil dat mijn zus verandert, maar zo makkelijk verander je mensen niet.” (De Morgen)
7
8
Thematiek: holebi met allochtone achtergrond Introductie Tijdens de opening van MIJN ZUS ZAHRA worden we op een heel mooie manier ingeleid in het thema van de film. De problematiek wordt meteen glashelder gesteld, maar op een warme manier. We mogen kennismaken met een liefdevolle familie. Terwijl we op het scherm alleen nog maar ruis zien, horen we al exotisch klinkende muziek en stemmen die in een vreemde taal spreken. De beelden die even later verschijnen, onthullen dat het om een feestje gaat waar een man speelt met zijn dochtertje. Het moeten amateurbeelden zijn van een familiebijeenkomst ten huize Choua in 1988, wanneer Zahra nog geen drie jaar oud is.
Haar ouders hebben echter hun twijfels bij deze zelfzekere identiteit. Haar mama zegt over dochter Zahra: “Bij welke groep is zij: is ze Marokkaanse, is ze niet Marokkaanse? Is ze voor de meisjes, is ze voor de jongens? Zij zoekt, ze zoekt…” Zahra en haar familie Voor Zahra zelf was het snel duidelijk: ze valt op meisjes. Ze werd verliefd op een meisje uit haar klas, begon met haar een relatie en ze waren heel blij samen te zijn. Helemaal geen probleem!
9
Daarna volgen recentere opnames van een debat over allochtone holebi’s dat Merhaba organiseerde in 2004. Zahra weet heel goed wie ze is en verwoordt het zo: “Mijn naam is Zahra Choua. Ik ben achttien jaar en ik val op meisjes. Zelf heb ik er nauwelijks problemen mee omdat het tenslotte mijn gevoelens zijn. Mijn papa komt uit het Noord-Afrikaanse Rifgebergte. Hij is dus van Marokkaanse afkomst. Mijn mama is Belgische, Limburgse.”
Coming out / keeping in? En toch vreesde Zahra meteen voor de reacties van haar ouders. Eerst twijfelde ze of ze het hen wel moest vertellen. Misschien kon ze elk conflict vermijden door haar holebi-geaardheid voor hen verborgen te houden. Twee jaar lang zat ze in de knoop: ze wist niet hoe ze dit moest aanpakken. En als ze dan al eens een poging deed om het aan haar vader te vertellen, werd ze meteen ontmoedigd door zijn botte reactie. Toen ze voor school een debat moest voorbereiden over de rechten van holebi’s, zag ze haar kans en vroeg heel voorzichtig aan haar vader: “Papa, wat zou jij ervan vinden mocht ik holebi zijn, mocht ik vallen op een andere vrouw?” Hij zei niet direct iets, moest eens slikken en begon over de reactie van Zahra’s moeder: “Ons mama, die staat al met een been in
10
haar doodskist, wil je die nog ’s met haar tweede been erin?” Zahra’s moedige poging om het te vertellen, werd dus bruut afgewezen. Ze gaf niet meteen op, maar de volgende reactie van haar vader was zo mogelijk nog ontmoedigender: “Ik ben moslim hé, moet je dat nog vragen?” Volgens haar vader moet iedereen normaal zijn en normaal leven. Dat zijn dochter verliefd werd op een meisje, paste niet in zijn perfect normale plaatje. Later heeft Zahra nooit nog zo open over haar homoseksuele gevoelens gepraat met haar vader. In de documentaire toont Saddie ook hoe moeilijk haar vader de woorden kan vinden om te spreken over dit delicate onderwerp. Soms reageert hij heel afwijzend op een vraag, alleen maar met gebaren. Aan haar moeder heeft Zahra wel rechtstreeks verteld dat ze op meisjes valt. Maar ook zij reageerde niet bepaald enthousiast. Haar enige antwoord toen Zahra het erover had tijdens een wandeling was: “Ah…”
verder geëvolueerd ten huize Choua. Tijdens een interview voor TV Limburg omschrijft Zahra de houding van haar vader: “Hij heeft iets van: als mijn dochter gelukkig is en ik er niet al te fel mee geconfronteerd word, laat ze dan maar doen.” Saddie ziet het zo: “Ik denk dat men elkaar een beetje met rust laat nu. Ik weet dat mijn zus het zelf ooit zo heeft gezegd: dat de liefde tussen hen te groot is om constant ruzie te moeten maken.” Vragen voor de leerlingen • Hoe zou je het gezin van Zahra omschrijven? Welke dingen zou je zeker vermelden? • Hoe vertelt Zahra aan haar ouders dat ze van meisjes houdt? • Pakt ze dat goed aan, volgens jou?
Keuze of aangeboren? Zahra’s ouders zien de geaardheid van hun dochter als een rebelse keuze. Volgens hen doet Zahra alleen maar moeilijk: “Zahra heeft geen makkelijke weg gekozen, ze is daar zelf verantwoordelijk voor.” Wanneer hun oudste dochter Saddie suggereert dat die voorkeur wel eens aangeboren zou kunnen zijn, lijkt dat voor hen klinkklare onzin. Zij zullen altijd blijven hopen dat Zahra nog van ‘gedacht’ verandert. Maar hoewel Zahra haar ouders heel graag trots wil maken, weet ze heel zeker dat ze op gebied van relaties nooit kan veranderen: “Ik ontgoochel hem. Maar dit is echt iets waar ik mij niet van kan terugtrekken. Ik doe het voor hem, ik ga maar ineens op jongens vallen: dat gaat gewoon niet.”
11
Spanningen Saddie probeert de wrijvingen tussen Zahra en haar ouders te vatten: “Is dat dan niet het probleem telkens? Ze mag schilderen, maar jullie moeten die tekeningen niet zien. Ze mag lesbisch zijn, maar jullie moeten daar niet gelukkig mee zijn.” Hiermee suggereert Saddie dat er gewoon te weinig betrokkenheid is van haar ouders bij het leven van Zahra. Ze laten Zahra wel haar eigen keuzes maken, maar kunnen nooit tevreden zijn met wie Zahra is en met wat ze wil. Ook nadat deze documentaire werd afgewerkt, is het in die richting
• Hoe reageren Zahra’s ouders op het anders-zijn van hun dochter? • Is er een groot verschil tussen de reactie van haar moeder en die van haar vader? • Zahra’s vader stelt dat Zahra zelf een moeilijke weg heeft gekozen en dat ze nu haar verantwoordelijkheid maar moet nemen. Ben je het eens met de mening van de vader? • Kun je de lichaamstaal omschrijven die Zahra’s ouders gebruiken tijdens het confronterende gesprek met Saddie? • Zahra beweert: “Mijn kamer is zoals mijn leven is, rommelachtig en puinhoopachtig.” Hoe zou je jouw kamer omschrijven? Wat zegt dat over je leven? • Zahra vergelijkt twee schilderijen van haar hand: het ene maakte ze enkele jaren geleden, het andere is recent. Wat zegt dat over haar?
12
Andere holebi’s en hun coming-out Naast haar eigen zus, interviewde Saddie Choua nog vijf andere holebi’s met allochtone roots.
samia
carim
mohammed
aziz
adel
De verhalen van Adel, Aziz, Carim, Mohammed en Samia zijn heel verschillend. Soms zijn de reacties op hun coming-out bijzonder pijnlijk. Samia trouwde eerst met een homoseksuele man om tegemoet te komen aan de wensen van haar familie, maar intussen heeft ze geen enkel contact meer met haar familieleden. Ze vertelt hoe ze langzaam geïsoleerd raakte: mensen die nog wel contact met haar wilden, durfden op den duur ook niet meer langskomen uit angst voor de reactie van anderen.
13
Op zijn zestiende werd Mohammed door zijn vader geslagen met een zweep omdat een oom hem op straat had gezien samen met een andere jongen. Aan Carims moeder werd zelfs gevraagd haar zoon te doden… Een homoseksuele identiteit… Tijdens een debat dat Merhaba organiseerde, heeft men het over twee niveaus van identiteit: 1. Identiteit in psychologische zin = hoe iemand zelf denkt en handelt Homo- of heteroseksualiteit maakt een integraal onderdeel uit van die psychologische identiteit. Zahra heeft het over dit soort identiteit wanneer ze over haar geaardheid zegt: “Zelf heb ik er nauwelijks problemen mee omdat het tenslotte mijn gevoelens zijn.” 2. Identiteit in sociologische zin = hoe anderen iemands identiteit zien en beoordelen De westerse context is heel anders dan de Arabische. Mohammed werd bijvoorbeeld door zijn zus terechtgewezen: “Hou je hand zoals het hoort.” Ze wilde laten merken dat ze de homoseksualiteit van haar broer niet kon aanvaarden en er nooit mee geconfronteerd wilde worden. De moeder van Aziz reageerde dan weer heel open op de coming-out van haar zoon: “Op vijf kinderen is er toch één die homo is. Wij zijn dus een moderne familie nu.”
Aziz geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat er in deze tijd veel meer holebi’s lijken te zijn dan enkele decennia geleden: “Seksueel gedrag dat in het privé gebeurde, dat niet als identiteit beschouwd werd, wordt nu wel als identiteit beschouwd en wordt nu ook shockerend voor de maatschappij die dat gedrag en die identiteit niet in denkpatronen kan plaatsen.” Vroeger was seks geen gespreksonderwerp. Het was iets dat zich volkomen binnenskamers afspeelde en waar de buitenwereld helemaal niets mee te maken had. Seksuele geaardheid was dan ook geen deel van de identiteit. In onze tijd wordt er echter eindeloos veel geschreven en gepraat over seks. En dan wordt elke anders-geaardheid plots een ‘issue’. Er wordt nu belang gehecht aan seksuele voorkeur als deel van iemands identiteit.
14
Wat enkele geïnterviewden benadrukken, is dat men niet téveel gedoe moet maken rond hun homoseksualiteit. Mohammed zegt: “Ik ben niet alleen homo. Ik ben een jongen, ik ben student, gepassioneerd door talen.” Aziz wil ook niet dat men telkens opnieuw expliciet de aandacht vestigt op zijn homoseksuele gevoelens: “Laat de mensen een beetje rustig. In plaats van: ja maar jullie zijn holebi’s, dat moet je naar voren zetten. Alsjeblieft, nee.” Vragen voor de leerlingen • Hoe reageerden de families van Adel, Aziz, Carim, Mohammed en Samia op hun outing als holebi? Welke reacties kun jij begrijpen, welke niet? • Aziz stelt in de documentaire dat mannelijke identiteit gedeeltelijk gebouwd wordt op homofobie: “Ik ben geen janet, dat lijkt wel janettengedoe…” Denk je dat hij gelijk heeft? Hoor jij zulke uitspraken ook wel eens? Wat betekenen ze volgens jou? • Aziz: “Homo is niet per se tolerant, is niet per se links, is niet per se solidair met andere minderheden. Sommigen hebben die mythe.” Bestaat er volgens jou een stereotiepe homoseksueel? Waar komt dat beeld vandaan? Holebi en islam
15
MIJN ZUS ZAHRA gaat in de eerste plaats over hoe individuen omgaan met gevoelens waar ze niet voor gekozen hebben: hoe vertellen ze dat aan hun omgeving? Hoe reageert die omgeving? Hoe ver gaat de liefde tussen kinderen en hun ouders? In het bijzonder gaat er aandacht naar de problematiek van islamitische holebi’s. Deze bijzondere focus legden ook Imad el Kaka en Hatice Kurun in hun boek ‘Mijn geloof en mijn geluk’. Dit is ook de titel van het boek dat we Saddie Choua in de documentaire zien lezen op de trein. In dit werk vertellen 24 islamitische jongeren uit Nederland en Vlaanderen over hun homoseksuele gevoelens. Iedere geïnterviewde gaat op een andere manier om met zijn homoseksualiteit en maakt heel eigen keuzes.
In de inleiding van ‘Mijn geloof en mijn geluk’ geven de auteurs een erg mooie schets van de problemen die holebi’s met een moslimachtergrond ondervinden: “Islamitische meiden en jongens die hun homoseksuele gevoelens ontdekken raken vaak in groot conflict met zichzelf en met hun omgeving. Vanuit hun islamitische achtergrond hebben ze geleerd dat homoseksualiteit iets afkeurenswaardigs is. Ze gaan vaak gebukt onder enorme schuldgevoelens als ze bij zichzelf ontdekken dat ze vallen op hun eigen sekse. De afwijzende houding van hun familie en islamitische gemeenschap verergert dat gevoel alleen nog maar, en dat maakt dat ze zich vaak in een onmogelijke spagaat bevinden.” Waar nu precies het probleem ligt tussen homoseksualiteit en de islam is niet eenduidig vast te stellen. Je kunt zelfs niet spreken van ‘dé islam’. Er bestaan erg veel verschillende strekkingen die allemaal een eigen visie hebben op het geloof: van fundamentalistisch tot modern en westers-gezind. Mohammed wijst er in de documentaire ook al op: “Is er iemand die vandaag weet wat de islam echt is?” De godsdienst speelt wel een belangrijke rol in de moslimwereld, maar er zijn zoveel andere elementen die deze cultuur mee bepalen. Homoseksualiteit in de heilige boeken De houding van ‘de moslims’ tegenover holebi’s kun je niet eenduidig omschrijven. Sommige moslims hebben er helemaal geen problemen mee, anderen beschouwen het als een vieze ziekte. De enige basis waarop je kan terugvallen om te onderzoeken wat deze godsdienst nu echt te vertellen heeft over homoseksualiteit, zijn de heilige geschriften. Meestal verwijst men in dit verband naar het verhaal van Lot in de koran. Hetzelfde verhaal vind je ook terug in de thora en in de bijbel (Genesis 19). Over deze passage bestaat veel betwisting. Iedere strekking probeert haar eigen visie te staven met een bijzondere interpretatie van het verhaal. Volgens sommigen is het duidelijk dat God de burgers van de stad Sodom straft omdat ze seksueel contact wensen met mannen. Anderen lezen alleen dat god seksuele losbandigheid en machtsmisbruik afkeurt en bestraft. Elke religieuze tekst is voor interpretatie vatbaar… Wat er precies in de koran staat is op zich niet zo belangrijk. Veel belangrijker is wat mensen dénken dat hun God of profeet bedoeld heeft.
16
Als je meer informatie wil over wat men in de koran over homoseksualiteit denkt te lezen, verwijzen we graag naar een publicatie van de Belgische Holebifederatie die je kunt raadplegen via het web: zizo.holebifederatie.be/pdf/islamenhomoseks.pdf
Het taboe dat in deze gemeenschappen vaak bestaat rond seksualiteit in het algemeen maakt een coming-out ook niet makkelijker. Allochtone ouders hebben het vaak al moeilijk om te praten over heteroseksuele relaties. Een gesprek over homoseksuele gevoelens gaat voor hen wellicht een brug te ver…
Wijdverspreide vooroordelen Nergens in de koran wordt homoseksualiteit expliciet veroordeeld. Toch zijn er in de hedendaagse islamitische cultuur mensen die holebi’s beschouwen als ziek of seksueel gestoord. Soms wordt homoseksualiteit ook gezien als een typisch westers verschijnsel, als een kenmerk of een symptoom van een zedeloze cultuur. Zoals ook blijkt uit de reactie van Zahra’s ouders, denken veel mensen dat homoseksuele gevoelens het resultaat zijn van een keuze – wat een foutieve opvatting is. Op die manier zien ze holebi’s als rebellen die zich niet willen inpassen in de sociale structuur die de maatschappij of de godsdienst voorschrijven. En als holebi’s zich zo verzetten tegen de traditionele samenlevingsvormen, dan moeten zij ook niet meer rekenen op begrip of steun van die samenleving, zo redeneert men. Wat de coming-out van holebi’s met een moslimachtergrond zonder twijfel bemoeilijkt is de belangrijke rol die de familie en de gemeenschap spelen in hun cultuur. Iemand die anders geaard is, kan de hele familie ‘te schande’ zetten, terwijl de eer van de familie juist van levensbelang is. Dat maakt een coming-out voor veel islamitische holebi’s erg moeilijk. Hakima getuigt in ‘Mijn geloof en mijn geluk’: “Mijn lesbische vriendinnen vonden me zwak, omdat ik niet de kracht had om voor mijn geaardheid te strijden, maar ik heb er alles voor over om mijn ouders niet te kwetsen. Zij gaan boven alles, zelfs boven mijn eigen geluk.” Bovendien is het erg belangrijk te trouwen en kinderen te krijgen. Iemand die een homoseksuele relatie heeft, kan in veel landen niet trouwen en nooit op een ‘natuurlijke’ manier kinderen krijgen. Dat is vaak een grote ontgoocheling voor hun ouders.
17
Nota Bene Deze vooroordelen tegenover holebi’s zijn zeker niet alléén te horen bij moslims. Ook in andere kringen hoor je deze misvattingen en durven holebi’s hun geaardheid soms niet te tonen. In België mag de wetgeving dan al erg progressief zijn, toch ondervinden holebi’s ook hier nog veel onbegrip en worden hun gevoelens niet altijd gerespecteerd. De bekende en lesbische zangeres Sarah Bettens getuigde onlangs nog dat zij al heel wat aanvaringen heeft gekend door haar anders-geaardheid. In het ultraconservatieve small town America waar ze nu met haar vriendin woont, is het een kwestie van “horen, zien en vooral zwijgen”. De buurvrouw kan haar positie als lerares bijvoorbeeld verliezen als men te weten komt dat ze lesbisch is. (bron: Nathalie Carpentier, ‘Op bezoek bij Sarah Bettens in Tennessee.’ De Morgen 06/10/2007)
18
Hoe gaan homo’s met een moslimachtergrond daarmee om? Soms kiezen islamitische holebi’s er dan ook voor om hun homoseksuele gevoelens te onderdrukken of te verbergen. Sommigen leiden werkelijk een dubbelleven: enerzijds willen ze hun familie niet ongelukkig maken, anderzijds willen of kunnen ze hun homoseksualiteit niet volledig negeren. Soms hebben de ouders niet meteen problemen met een holebi-kind, maar willen ze toch ten allen prijze vermijden dat anderen het te weten zouden komen. Degenen die de keuze gemaakt hebben hun geaardheid verborgen te houden, zien we helaas niet in MIJN ZUS ZAHRA. Deze mensen zouden immers nooit voor de camera willen getuigen over hun homoseksuele voorkeur. Omar Nahas omschrijft in zijn boek ‘Islam en homoseksualiteit’ het innerlijke conflict dat islamitische holebi’s ervaren “tussen enerzijds de religieuze voorschriften en het beeld dat moslims hebben van homoseksualiteit en anderzijds het seksuele en emotionele verlangen.” Hij benoemt vier strategieën die mensen hanteren om dit dilemma op te lossen: 1. Een strategie is de godsdienst volledig los te laten. 2. Een andere strategie is juist te vluchten in de godsdienst en op die manier iedere vorm van homoseksuele verleiding te mijden. 3. De derde mogelijkheid is het zodanig herinterpreteren van de koran dat men zichzelf ervan overtuigt dat de islam homoseksualiteit toestaat. 4. De vierde strategie bestaat uit het aanvaarden van beide elementen van het innerlijke conflict. Dit betekent dat men de door de godsdienst opgelegde beperkingen accepteert, maar tevens gebruikmaakt van de vrijheid die God de mens gunt. Hierbij staat het directe contact tussen God en de mens centraal. Alleen God kan oordelen over de mens, niemand anders.
Homoseksualiteit in de Arabische wereld De houding tegenover holebi’s is ook binnen de Arabische wereld erg uiteenlopend. In Iran staat bijvoorbeeld nog steeds de doodstraf op homoseksualiteit. De emancipatie van holebi’s verloopt dan weer relatief goed in een aantal steden in Turkije. Homoseksuele contacten worden in de Arabische cultuur vaak toegestaan, zolang ze in het privé-leven verborgen blijven. Aziz zegt in de documentaire: “In de hammam, daar mag al veel meer” en “Men raakt mekaar aan, wat hier totaal niet gebeurt. Er bestaat wel een sensualiteit die men homosensualiteit kan noemen.” Holebiseksualiteit is allesbehalve een modern fenomeen. Hoewel islamitische geleerden het meestal afkeurden, bestaan er talloze getuigenissen, kunstwerken of verhalen die aantonen dat homoseksualiteit van alle tijden is. In de achtste eeuw van onze tijdrekening schreef de grote klassieke Arabische poëet Abu Nawas (750-810) veel gedichten over zijn liefde voor jongens: van romantische tot bijna pornografische stukjes. Zelfs de koran belooft prachtige naakte jongelingen die alle gelovigen in het paradijs staan op te wachten – ook de mannen. Vragen voor de leerlingen • Bepaalt een religieuze tekst hoe jij over ethische kwesties denkt? • Zoek het verhaal van Lot op in de bijbel (Genesis 19) of in de koran (verspreide fragmenten, zoek best op het internet). Welke voorschriften of veroordelingen zou jij uit het verhaal van Lot afleiden? • Denk je dat moslims negatiever staan tegenover holebi’s dan niet-moslims?
19
In MIJN ZUS ZAHRA getuigt Adel: hij is nog steeds erg gelovig. Hij vindt geen enkele verwijzing naar homoseksualiteit in de koran, in elk geval niets over de geestelijke liefde tussen twee mannen. Samia vraagt zich dan weer luidop af hoe je kunt geloven in iets dat je bestaan ontkent…
• Vind je dat iemand met homoseksuele gevoelens die sowieso moet outen? Of is het soms beter om je anders-geaardheid verborgen te houden? • Is het goed dat deze thematiek in MIJN ZUS ZAHRA zo openlijk wordt besproken? • Zoek eens een gedicht waarin Abu Nawas schrijft over zijn liefde voor jongens. Wat vind je ervan?
20
Scholierenenquête: Hoe staan Vlaamse jongeren tegenover holebi’s? In 2003 werden 41.413 jongeren uit 183 secundaire scholen ondervraagd over hun houding ten opzichte van holebi’s. De enquête werd uitgevoerd in opdracht van De Holebifabriek, een onafhankelijke organisatie die projecten opzet omtrent jongeren en holebiseksualiteit. Het volledige verslag van Koen Pelleriaux (socioloog aan de Universiteit Antwerpen) kun je nalezen op www.holebifabriek.be/files/Resultaten_ SE2003_K_Pelleriaux_.pdf. We zetten hier enkele resultaten uit het onderzoeksverslag op een rijtje: Hoe staan jongeren zelf tegenover holebi’s? • Ongeveer 2,2% van de ondervraagde jongeren zegt holebi te zijn, zowel bij de jongens als bij de meisjes. • 60 tot 70% van de jongeren heeft er geen probleem mee om vriendschap te sluiten met holebi’s. Hen vergezellen naar een holebifuif zien ze minder goed zitten. • Ongeveer een derde van de respondenten zegt geen holebi’s te kennen. • Slechts 14% vindt dat holebi’s niet mogen trouwen. 40 à 50% vindt dat ze kinderen moeten kunnen opvoeden. • Voor de echt negatieve holebi-stereotypen blijkt de Vlaamse jongere niet vatbaar. Zo vindt slechts 7% dat lesbiennes regelrechte mannenhaatsters zijn en denkt 6% dat homo’s vaak pedofiel zijn. Jongeren zijn het meer eens met minder negatieve stereotypen. Een kwart is het bijvoorbeeld eens met de stelling dat homo’s altijd opzichtig gekleed zijn.
21
Hoe schatten jongeren de reacties van hun omgeving in als ze zich zouden uiten als holebi? • De helft meent dat holebiseksualiteit thuis bespreekbaar is, minder dan de helft zegt dat een holebi-lief thuis welkom zou zijn. Ze zijn er ook van overtuigd dat hun moeder minder problemen zou hebben met hun anders-geaardheid dan hun vader. • De reacties van vrienden worden negatiever ingeschat dan die van de ouders. Slechts 43% zou de vrienden vertellen dat ze holebi zijn. Een derde denkt dat de vrienden negatief op hun outing zouden reageren. • Over een positieve reactie op school zijn ze helemaal onzeker. Bijna drie kwart zou zich niet durven outen tegenover hun klasgenoten. 40% denkt dat sommige leerkrachten negatief zouden reageren. Twee derde van de
leerlingen denkt dat medeleerlingen negatief zouden reageren als iemand zich als holebi zou bekend maken. Min of meer positief is dan weer dat toch 70 % zegt dat holebiseksualiteit bespreekbaar is op school. Drie op vijf leerlingen denkt dat de school zou toelaten een affiche op te hangen van een holebifuif. Krijgen jongeren op school voldoende informatie omtrent holebiseksualiteit? • Een kwart van de jongeren vindt dat de school voldoende informeert over holebiseksualiteit. • Slechts een vijfde van de leerlingen geeft te kennen dat leerkrachten praten over holebiseksualiteit als iets positief en/of evenwaardig aan heteroseksualiteit. • Wel blijkt 90 % van de leerlingen te denken dat seksuele geaardheid (ondermeer) een kwestie van vrije keuze is. Slechts een kleine helft van de studenten meent dat seksuele geaardheid aangeboren is. Welke aanbevelingen doen de onderzoekers om de houding van jongeren tegenover holebi’s positief te beïnvloeden? • Een eerste aanbeveling is dat er voldoende informatie wordt gegeven over holebiseksualiteit. Die informatie moet zo correct en duidelijk mogelijk zijn. We vonden in ons onderzoek dat 90% van de leerlingen in de overtuiging leeft dat holebi zijn een kwestie van vrije keuze is. Dit is uiteraard klinkklare kletskoek. Mocht het een kwestie zijn van keuze, niemand zou die moeilijke keuze maken. • De houding tegenover holebi’s wordt beïnvloed door het aantal sferen waarin iemand zelf holebi’s kent. Jongeren die zelf contact hebben met holebi’s stereotyperen minder, vinden gelijke rechten belangrijk en hebben vrienden die dat ook denken. Uiteraard kan een school daar niet rechtstreeks op ingrijpen. • Wel kan een school zorgen voor een veilig klimaat waar jongeren kunnen uitkomen voor hun identiteit en geaardheid. 40% van de jongeren denkt dat sommige leerkrachten negatief zouden reageren mochten ze vertellen dat ze holebi zijn. Wellicht is dat niet correct maar daar gaat het niet om. Leerlingen voelen zich niet veilig genoeg om zich te outen als holebi. Leerkrachten kunnen duidelijk maken dat de school wel een plaats is waar iedereen zijn eigen identiteit kan beleven en er ook voor uitkomen.
22
Vragen voor de leerlingen Recent is er een nieuw onderzoek uitgevoerd naar hoe jongeren staan tegenover holebi’s. De resultaten van het onderzoek door professor Marc Hooghe (K.U.Leuven) zijn helemaal niet zo rooskleurig. Op soc.kuleuven.be/pol/docs/2007-05-Jongerenholebi. pdf kun je het volledige rapport downloaden. De markantste resultaten: “43,5% van de Vlaamse jongens heeft een negatieve houding ten opzichte van holebi’s, tegenover 23,5% van de meisjes. Islamitische jongeren zijn opvallend intoleranter: 60% van de Vlaamse moslimjongeren zegt gelijke rechten voor holebi’s niet te steunen.” Een holebi-enquête in de klas Je kunt in de eigen klas een anonieme enquête organiseren over de houding van de leerlingen tegenover holebi’s. Als leerkracht kun je zelf de vragen opstellen, maar het zou misschien interessant zijn als de leerlingen ook zelf vragen konden verzinnen. De leerlingen kunnen samenwerken in kleine groepjes. Elk groepje kan zijn eigen vragen voorstellen. Als leerkracht kun je later de vragen bundelen en ordenen. Je kunt best met ja/nee-vragen werken. Bv. Als je thuis zou vertellen dat je homoseksuele gevoelens hebt, zouden je ouders dan positief reageren? Om een goed beeld te krijgen van wat er leeft bij de respondenten, moeten er altijd meer dan twee antwoordmogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld: ja / waarschijnlijk wel / ik weet het niet / waarschijnlijk niet / nee. Daarna neem je de enquête af in de eigen klas, of misschien ook in andere klassen. Leerlingen moeten hun naam niet invullen, maar je kan hen bijvoorbeeld wel laten aanduiden hoe oud ze zijn of van welk geslacht ze zelf zijn. Je zult hier goed moeten overwegen hoe je de resultaten verwerkt. Misschien moet je de ingevulde enquêtes als leerkracht zelf verwerken. Leerlingen durven niet altijd eerlijk zijn als ze vermoeden dat anderen hun antwoorden kunnen lezen.
23
Het belangrijkste bij de enquête is wellicht de nabespreking. • Wat is ieders persoonlijke mening over de voorgelegde vragen? • Zijn er verrassende resultaten? • Ga je akkoord met de mening van de meerderheid?
Als een enquête in de klas niet haalbaar is, kun je ook met de leerlingen de vragen en de resultaten van het scholierenonderzoek bespreken. Discussie rond vragen van de scholierenenquête • Ken jij zelf holebi’s? • Zou je er een probleem mee hebben als één van je vrienden holebi zou zijn? Zou je hem/haar eventueel willen vergezellen naar een holebi-fuif? • Vind je dat holebi’s moeten kunnen trouwen? Mogen zij kinderen adopteren/opvoeden? • Vind jij dat deze stereotypen over holebi’s kloppen? - Lesbiennes zijn regelrechte mannenhaatsters. - Homo’s zijn vaak pedofiel. - Homo’s zijn altijd opzichtig gekleed. • Als je homoseksuele gevoelens zou hebben, zou je je dan thuis durven uiten? En op school? • Als je je thuis zou uiten als holebi, hoe zouden je ouders dan reageren? Hoe zouden je klasgenoten reageren? • Hoe denk je dat de leerkrachten op school zouden reageren? • Krijg je op school voldoende informatie over holebiseksualiteit? • Spreken je leerkrachten over holebiseksualiteit als iets positiefs, of als iets evenwaardigs aan heteroseksualiteit? • Is homoseksualiteit volgens jou een kwestie van vrije keuze? Of is het aangeboren? Discussie over de resultaten van de scholierenenquête • Welke resultaten verrasten jou het meest? • Hoe zou het komen dat jongeren hun geaardheid eerder thuis durven uiten dan op school? • Denk je dat jongeren de situatie goed inschatten? 40% van hen denkt dat sommige leerkrachten negatief zouden reageren als een leerling zich zou uiten als holebi. • Klopt het volgens jou dat – zoals veel jongeren beweren – de moeder minder problemen met een holebiseksueel kind zou hebben dan de vader? • Welke vragen zijn ze volgens jou vergeten te stellen in de scholierenenquête?
24
Focus op documentaire Het is niet verwonderlijk dat deze mooie documentaire vaak bekeken wordt als aanleiding om te praten over holebi’s en hoe daarmee om te gaan. Maar het zou ook interessant zijn om aan de hand van MIJN ZUS ZAHRA met de leerlingen na te denken over het documentaire genre: Is een documentaire louter een registratie van de werkelijkheid? Wat wil een cineast tonen? Welke middelen gebruikt hij om zijn boodschap over te brengen? Door samen na te denken en te discussiëren over hoe media werken, worden jongeren kritische, actieve kijkers. In een totaal gemediatiseerde maatschappij is dat geen overbodige luxe… Wat is eigenlijk een documentaire? Toen de cinema ontstond aan het einde van de 19e eeuw, gebruikte men het medium in de eerste plaats om de dagelijkse realiteit vast te leggen. De vroege films van de gebroeders Lumière worden wel eens beschouwd als de eerste documentaires. Ze toonden bijvoorbeeld een aankomende trein (L’ARRIVÉE D’UN TRAIN EN GARE), arbeiders die de fabriek verlaten (LA SORTIE DES USINES LUMIÈRE) of een etende baby (LE REPAS DE BÉBÉ). Het zijn ‘films’ van enkele minuten, in één enkel shot. Pas in 1926 werd voor het eerst de term ‘documentaire’ gebruikt door de Schot John Grierson. Hij omschrijft het nieuwe begrip ‘documentary’ als ‘the creative treatment of actuality’. Wat die ‘creatieve behandeling’ dan precies inhoudt, daar kan je veel invullingen aan geven. Algemeen wordt aangenomen dat een documentaire méér doet dan louter de werkelijkheid registreren. De makers reflecteren op het thema dat ze in beeld brengen, ze ontwikkelen een eigen gefundeerde visie. Meestal krijgt dit beeld ook een creatieve vormgeving mee, bijvoorbeeld door een artistieke cameravoering of montage. Een documentaire gaat dus verder dan een reportage.
25
Wat wil men bereiken? Je zou kunnen zeggen dat elke documentaire op een bepaalde manier het publiek ‘opvoedt’, hen iets wil bijbrengen. Er wordt meestal kennis overgebracht. Zo worden er docu’s gemaakt over de Tweede Wereldoorlog of over de biotoop van ijsberen. Maar veelal gaat het niet louter om kennis. Men geeft de toeschouwer de gelegenheid zich in te leven in een voor hem vreemde situatie. Zo kan hij zich beter voorstellen hoe het leven in de concentratiekampen moet zijn geweest of hoe ijsberen op jacht gaan. Erg vaak gaat het doel zelfs verder: de documentairemaker wil een problematiek onder de aandacht brengen en verdedigt de belangen van zijn ‘subject’. Zo wil hij bijvoorbeeld begrip doen ontstaan voor de rol van de Duitse bewakers in de concentratiekampen of klaagt hij de bemoeilijkte overleving aan van de ijsbeer als bedreigde diersoort. Vrij duidelijk kun je merken dat Saddie Choua met MIJN ZUS ZAHRA hetzelfde drieledige ‘doel’ nastreeft (informatie, inleving en aanklacht). Ze opent een voor het grote publiek onbekende wereld: veel kijkers hadden er wellicht nooit bij stilgestaan dat twee groepen die elkaar soms lijken uit te sluiten, zich kunnen verenigen in één persoon, holebi’s met een moslimachtergrond. Ze vraagt aandacht voor de moeilijke situatie waarin deze jongeren zich bevinden en geeft de kijker tegelijk de gelegenheid zich in te leven. Ze hoopt ook dat andere jongeren in een vergelijkbare situatie zich gesteund en minder alleen zullen voelen. Bovendien is deze documentaire voor de cineaste een zoektocht in haar eigen familie. In eerste instantie hoopte Saddie via deze weg zelfs de problemen te kunnen oplossen, zoals we lezen in de titel: … Hoe ik mijn vader wilde veranderen in 52’.
Welke middelen zet men daarvoor in? Je kunt documentairemakers beschouwen als kunstenaars. Ze registreren niet gewoon de werkelijkheid, maar gaan creatief en kritisch om met de realiteit. In hun documentaires tonen ze hun gefundeerde visie op het onderwerp in een eigen stijl.
26
Sommige documentaires kun je beschouwen als een betoog dat geïllustreerd wordt met beelden. Een verteller legt de situatie uit aan de toeschouwer: informatie wordt nogal dwingend overgebracht en we raken overtuigd van de visie die de documentairemaker verkondigt. Vanaf de jaren ‘60 vonden veel cineasten deze manier van werken echter té sturend en ze bekritiseerden vooral de verteller, die zou overkomen als ‘de stem van God’. Deze documentairemakers wilden de beelden voor zich laten spreken, zonder dat een verteller het gezichtspunt van de kijker wilde beïnvloeden. De personen in de documentaire moesten hun situatie in hun eigen woorden kunnen omschrijven. Deze laatste soort documentaires doet alsof het alleen maar de realiteit wil laten spreken. Maar dat klopt niet helemaal. Hoe waarachtig een documentaire ook is, ze blijft een menselijke constructie. De documentairemaker beslist wat hij toont, wie hij interviewt en welke vragen hij stelt. Sommige cineasten maken er juist een punt van de aanwezigheid van de interviewer en de camera niet te verbergen. Op die manier blijft de toeschouwer er zich op elk moment van bewust dat wat hij ziet een artificieel product is. In deze docu’s toont men heel openlijk het proces van het maken van de film zelf. Dit proces is een zoektocht, er worden bepaalde keuzes gemaakt en je kan alleen proberen de waarheid te achterhalen.
Deze ‘indeling’ biedt heel wat interessante aandachtspunten om naar MIJN ZUS ZAHRA te kijken. Saddie Choua maakt op geen enkel moment gebruik van een verteller. Ze wil geen visie opleggen, maar laat de holebi-jongeren zelf aan het woord. De cineaste komt ook regelmatig zelf in beeld: lezend of peinzend op de trein, op de foto met haar zus of discussiërend met haar ouders. Ze verstopt haar aanwezigheid dus niet en thematiseert daardoor ook de zoektocht die zij zelf heeft afgelegd. En die zoektocht is natuurlijk een zeer persoonlijk parcours, aangezien het gaat om haar zus, haar ouders en haar eigen positie daartussenin. De zoektocht wordt in de film gesymboliseerd door de spoorwegen. Met hetzelfde beeld verwijst de cineaste ook naar het pad dat ouders voor hun kinderen vaak al ‘uitstippelen’. Terwijl ouders een perfect toekomstbeeld voor ogen hebben, steekt het leven daar vaak een stokje voor. Ook de korte beeldstoringen tijdens MIJN ZUS ZAHRA hebben daarmee te maken: het leven is niet altijd rooskleurig, maar het belangrijkste is dat mensen elkaar toch graag blijven zien.
Je kan ook nog verder gaan in het onthullen van de subjectiviteit van het filmmaken. De documentairemaker neemt dan zijn eigen persoon als uitgangspunt. De productie van de documentaire is dan tegelijk een zoektocht naar antwoorden op persoonlijke vragen, een poging om zichzelf of naasten beter te begrijpen. Nu de videotechnieken veel eenvoudiger en dus toegankelijker zijn geworden (door de digitalisering), kennen we een boom van deze vorm van documentaires. Ook allerlei vormen van reality tv en home video zijn hiervan het resultaat.
27
28
Betrokken interviews In feite is het verwonderlijk dat Saddie Choua verschillende holebi’s van allochtone afkomst gevonden heeft die zo openlijk wilden getuigen over hun geaardheid. Nergens worden gezichten verstopt met blokjes of wazige vlekken. Voor het boek ‘Mijn geloof en mijn geluk’ hebben de auteurs 24 holebi’s met een moslimachtergrond geïnterviewd. In de inleiding van dit boek wordt vermeld: “Sylvia Weve maakte bij ieder verhaal een tekening, waarin ze een moment uit het leven van de betreffende jongere verbeeldt. Voor deze vorm is gekozen, omdat het voor bijna alle geïnterviewden volstrekt niet aan de orde is om met hun foto in het boek te komen. Ze staan zelfs niet onder hun eigen naam in dit boek, op enkele personen na.” In gesprek met haar eigen familieleden kun je Saddie misschien niet meer beschouwen als interviewer. Ze is zelf teveel betrokken en moet haar ouders recht in de ogen blijven kijken. Je kunt merken dat ze niet zomaar vragen stelt. Ze wil het conflict in haar gezin mee oplossen. Ze wil zo graag dat haar vader trots kan zijn op Zahra zoals ze is, maar blijkbaar lukt dat niet in 52 minuten.
Vragen voor de leerlingen • De documentaire MIJN ZUS ZAHRA is gemaakt vanuit een erg persoonlijk standpunt. Saddie interviewt haar eigen zus en ouders. Denk je dat deze betrokkenheid een positieve of eerder een negatieve invloed heeft op de film? • Vergelijk de interviews die Saddie Choua doet bij haar eigen familieleden met de interviews bij onbekenden. Wat is er verschillend aan de manier waarop deze interviews in beeld gebracht worden? • Waarom denk je dat de geïnterviewde holebi’s wilden meewerken aan deze documentaire? • Saddie vraagt aan Carims moeder: “Denk je dat een moeder haar kind kan doden?” Zou jij zo’n vraag aan haar durven stellen? Vind je het goed dat Saddie deze vraag stelt?
29
• Op bepaalde momenten tijdens de interviews krijgt de kijker ruis te zien.
Wanneer heb je dit gemerkt? Wat zou de bedoeling van die ruis-momenten zijn? • Wanneer verschijnt de boodschap “Even geduld a.u.b.”? Waarom precies op dat moment, denk je? • Regelmatig zien we beelden van Saddie op de trein en de spoorweg die ze volgt. Hebben deze beelden volgens jou een betekenis? • “A documentary is a film in which the actors don’t get paid.” Wat zou journalist en filmcriticus Patrick MacFadden hiermee bedoelen? • Zou jij reality-programma’s op tv documentaires noemen? Waarom wel/ niet? Zelf interviewen Hoe een interview echt werkt, kunnen leerlingen best zelf ondervinden. Je kunt op heel verschillende manieren tewerk gaan. Waarschijnlijk is het interessant – en bovendien makkelijk doenbaar - de leerlingen hun ouders/grootouders/broers/zussen/vrienden te laten interviewen. Ze kunnen allerlei vragen stellen over hun houding ten opzichte van holebi’s. Misschien kunnen sommige leerlingen ook een interview afnemen van iemand die zelf holebiseksueel is of van iemand die professioneel op een of andere manier bezig is met holebiseksualiteit. In de manier van opnemen heb je ook enorm veel keuze. De leerlingen kunnen gewoon de antwoorden die ze horen, opschrijven. Makkelijker en échter is het om het interview op te nemen met moderne opname-apparatuur. Sommige gsm’s kunnen al veel… Helemaal geweldig zou het zijn om het interview ook op beeld te krijgen. Met digitale camera’s is veel mogelijk. Tips voor het interview: • Stel eerst een duidelijk doel voor ogen: - Wil je objectieve informatie verkrijgen van een persoon? - Wil je een portret schetsen van een persoonlijke mening? - Wil je de houding van de geïnterviewde beïnvloeden? • Bereid je goed voor: - Verzamel op voorhand al wat informatie over het thema.
30
- Stel vragen in functie van het vooropgestelde doel. Vermijd sturende vragen. - Misschien wil ook de geïnterviewde zich voorbereiden en vraagt hij jou van tevoren wat het interview globaal zal inhouden en wat er van hem verwacht wordt. • Tijdens het interview: - Leid het interview in voor de geïnterviewde: wat is de bedoeling? Hoe wordt het interview geregistreerd/opgenomen? Wat zal er met de verkregen informatie gebeuren? Hoe lang zal het interview ongeveer duren? - Zorg ervoor dat de geïnterviewde zich op zijn gemak voelt. Laat merken dat je geïnteresseerd bent. - Begin het interview. Gebruik je voorbereiding! - Luister goed naar wat de geïnterviewde zegt: is dat eigenlijk wel wat je wilde weten? Moet je niet wat verder doorvragen op sommige onderwerpen? • Rond het interview af: - Zeg nog even iets over het verloop van het interview. Vat samen wat voor jou belangrijk was. - Bedank de geïnterviewde! • De verwerking hangt volledig af van het einddoel: het interview uitschrijven, de verkregen informatie verwerken in een tekst, beelden monteren, …
Soundtrack
Antony & the Johnsons – ‘You are my sister’ You are my sister, we were born So innocent, so full of need There were times we were friends but times I was so cruel Each night I’d ask for you to watch me as I sleep I was so afraid of the night You seemed to move through the places that I feared You lived inside my world so softly Protected only by the kindness of your nature You are my sister And I love you May all of your dreams come true We felt so differently then So similar over the years The way we laugh the way we experience pain So many memories But there’s nothing left to gain from remembering Faces and worlds that no one else will ever know … Speciaal voor MIJN ZUS ZAHRA heeft Bart Maris een oriëntaalse versie van dit liedje gemaakt. De zang werd verzorgd door Madiha Figuigui, Domenico Vaccaro en Zahra Choua.
31
Deze muziek begeleidt de ‘outro’ van MIJN ZUS ZAHRA. Het is alsof we met de ogen van Saddie naar haar eenzaam schaatsende zus kijken. Saddie zegt hiermee heel overtuigd dat ze van haar zus houdt, precies zoals ze is…
32
De oorspronkelijke zanger en componist van dit lied is Antony. Zelf worstelt hij ook nogal met gender en seksuele geaardheid. Het thema komt ook vaak terug in zijn liedteksten. Op het album ‘I am a bird now’ zegt hij het zo: “One day I’ll grow up / I’ll be a beautiful woman / but for today I am a child / for today I am a boy.” Dit album heeft zowat een cultstatus gekregen en wordt door de muziekpers de hemel in geprezen. Antony heeft een heel bijzonder, breekbaar stemgeluid. Ga ’s een kijkje nemen op zijn website om met deze wonderbaarlijke klassezanger kennis te maken www.antonyandthejohnsons.com.
Vragen voor de leerlingen • Op het einde van deze documentaire zien we Zahra op een ijspiste. Wat vond je van dit einde? • Welke betekenis had de muziek tijdens deze scène volgens jou? • Af en toe zingt Zahra een liedje: “Jef van Bale had een … met een … in zijn band en die plakt hij met z’n kauwgom toe…” Kent iemand dit liedje? Zou het een betekenis hebben?
33
Bibliografie Over MIJN ZUS ZAHRA: • Marc-Antoon De Schryver, ‘1001 Roze nachten. Saddie Choua over allochtone holebi’s.’ ZiZo magazine voor holebi’s, mei/juni 2006. www.zizo-magazine.be • Jan-Pieter Everaerts, ‘Saddie Choua: “Ik wil graag de dingen die op punt staan te verdwijnen, vasthouden.” te lezen op verybigturtle. blogspot.com • Veerle Beel, ‘Een vreemde naam en nog lesbisch ook.’ De Standaard 19/09/2006. • Katrijn Serneels, “Ik kan makkelijker met duizend vreemden spreken dan met mijn moeder.” De Morgen 19/09/2006 • Kirsten Bertrand, “Als het thuis over seks gaat, wordt het moeilijk.” Het belang van Limburg 20/09/2006. • Lotte Debrouwere, “Mijn papa’s eer is gekrenkt. Dat doet pijn.” Het Nieuwsblad 26/11/2005. • Mariettehermans.wordpress.com/2007/05/21/mijn-zus-zahra-is-spiegel-voor-alle-ouders/ • Lut Verstappen op www.divazine.be/fs_index.asp?module=lichaam &id=146&van • Matthias Vanheerentals, ‘Saddie Choua maakt film over haar lesbische zus.’ www.brusselnieuws.be/site/rubrieken/1091053917/page. htm?&newsID=1161164562 • Verslag op TV Limburg, te zien op www.youtube.com/ watch?v=KjizBmvC2kQ Over holebi’s: • Een erg interessante brochure over Holebi’s in Vlaanderen: www. holebifederatie.be/dossiers/basis/docs/d_holebisinvlaanderen.pdf • Resultaten van de besproken scholierenenquête 2003 vind je op www.holebifabriek.be/files/Resultaten_SE2003_K_Pelleriaux_.pdf • Resultaten van het recente onderzoek van Marc Hooghe vind je op soc.kuleuven.be/pol/docs/2007-05-Jongerenholebi.pdf Over holebi’s en islam • nl.wikipedia.org/wiki/islam_en_homoseksualiteit • Imad el Kaka en Hatice Kurun, Mijn geloof en mijn geluk. Schorer Boeken, Amsterdam, 2002.
34
• Omar Nahas, Islam en homoseksualiteit. Uitgeverij Bulaaq/Yoesuf, Amsterdam/Utrecht, 2001. Organisaties die werken met holebi’s van allochtone afkomst: • www.merhaba.be • www.yoesuf.nl • Het project ‘Roots met taboe’ was een initiatief van Het Roze Huis - Antwerpse Regenboogkoepel vzw en de Vlaamse Werkgroep Internationale Solidariteit met Holebi’s (WISH). zie www.hetrozehuis. be/content/view/172/87 Over documentaire: • www.nfb.ca/enclasse/doclens/btc.php?DLshown • en.wikipedia.org/wiki/documentary_film • Tips voor een interview op sillius.nl/iv/iv.html Lees ook Saddies literaire bijdrage in: Kif kif: nieuwe stemmen uit Vlaanderen. Meulenhoff/Manteau, Antwerpen, 2006. Enkele holebi-organisaties hebben lespakketten, educatieve tips en allerlei folders gemaakt om holebiseksualiteit bespreekbaar te maken in een schoolcontext. De beschikbare materialen werden gebundeld op deze webpagina van de Holebifederatie: www. holebifederatie.be/dossiers/onderwijs/index.php. Je vindt hier bijvoorbeeld een draaiboek ‘Het holebithema aanbrengen bij allochtone jongeren’.
Lesbrief voor de leerlingen Op de volgende pagina is een lesbrief voor de leerlingen toegevoegd. Daarop staan een aantal trefwoorden, citaten en vragen die met de film te maken hebben. Deze vormen een leidraad voor de leerlingen tijdens de verwerking.
35
36
Lesbrief voor de leerlingen Wij horen graag je reactie op deze film. Ga je de film bekijken tijdens Filmfestival Open Doek, dan kan je je mening kwijt op het kaartje dat je krijgt na de voorstelling.
Hoe denk je dat medeleerlingen zouden reageren als iemand in jouw klas zich als holebi bekend zou maken? Mohammed: “Ik ben niet alleen homo. Ik ben een jongen, ik ben student, gepassioneerd door talen.”
Zahra hoopt dat andere allochtone holebi’s zich door deze documentaire minder alleen zullen voelen. MIJN ZUS ZAHRA Of hoe ik mijn vader wilde veranderen in 52’ Wat betekent de ondertitel volgens jou? “Saddie Choua probeert ons te vertellen dat we moeten durven naast de uitgestippelde wegen te kijken en ze confronteert ons met de vraag: wie zijn wij om anderen te veroordelen?” (www.lychee-films.com)
37
Prof. Koen Pelleriaux over de Scholierenenquête 2004: “We vonden in ons onderzoek dat 90% van de leerlingen in de overtuiging leeft dat holebi zijn een kwestie van vrije keuze is. Dit is uiteraard klinkklare kletskoek. Mocht het een kwestie zijn van keuze, niemand zou die moeilijke keuze maken.” Hoe zit dat volgens jou?